Vion-directeur Willem Cranenbroek was een van de sprekers op het Eiwittransitie Congres 2024. Foto's: Herbert Wiggerman
In dit artikel
Hoe kan de voedingsindustrie de consumenten overtuigen om meer plantaardig te eten? Er is meer samenwerking en innovatie nodig om dat voor elkaar te krijgen.
Innovatie, het is iets wat je vaak hoort als het gaat over transities. Nieuwe ontwikkelingen die consumenten over de streep halen om anders te denken en te doen. Maar wat zijn die innovaties dan en op welke vlakken kan er worden ingespeeld? Op het Eiwittransitie Congres 2024 vertelden ME-AT The Alternative, De Nieuwe Melkboer en Studio Fava over hun innovaties en hun toekomstbeeld. De bedrijven hebben een gemene deler: nieuwe producten van lokale herkomst en steeds meer aandacht voor gezondheid. Over hoe belangrijk de aandacht voor gezondheid is, vertelde voedingswetenschapper Jaap Seidell meer op het congres.
Save the date: het volgende Eiwittransitie Congres is op donderdag 13 maart 2025
Toekomst zien in de veldboon
Vleesvervangers worden niet langer als heel innovatief gezien, ze liggen immers al jaren in de schappen en worden ook redelijk geaccepteerd door consumenten. Toch zien ze bij ME-AT The Alternative nog steeds ruimte voor innovatie, maar dan op het gebied van grondstof. “De meeste producten in de supermarkten zijn gemaakt met soja of granen. Wij zien juist toekomst in een Nederlandse eiwitbron: de veldboon”, vertelt Willem Cranenbroek, voormalig General Manager van ME-AT. Deze tak is op zichzelf al een innovatie, omdat het onderdeel is van vleesbedrijf Vion. ME-AT levert private label vleesvervangers op basis van veldbonen, ook wel fava bean genoemd.
Wij zien juist toekomst in een Nederlandse eiwitbron: de veldboon
De producten liggen in het schap bij Albert Heijn. Cranenbroek: “Toen wij begonnen met ME-AT hadden we geen product en afnemer, maar wel een ambitie.” Hij vertelt dat de producten sinds de rebranding naar AH Terra voor meer zichtbaarheid en omzet heeft gezorgd. “De producten lagen eerst verspreid over de supermarkt en nu liggen alle vleesvervangers bij elkaar. Op sommige plekken liggen ze naast de A-merken wat voor ons qua prijsvergelijking een voordeel biedt.”
Wisselende reacties op vernieuwing
Innovatie kan ook staan voor vernieuwing. Daar weten ze bij De Nieuwe Melkboer alles van. Dat bedrijf ging van een melkveehouderij naar een plantaardige zuivelproducent op basis van eigen geteelde sojabonen. Tom Grobben: “Nieuwe dingen proberen is ons niet vreemd. In 2001 liet onze vader al een melkrobot plaatsen op het bedrijf. Wat ik en mijn broer Bart hebben gedaan, gaat natuurlijk wel verder dan dat.” De broers hebben ervoor gekozen om totaal iets nieuws te doen: soja verbouwen in Nederland. “Dat hebben we nu aardig onder die knie, in ieder geval voor ons eigen gebruik.”
De reacties van bekenden waren wisselend. “Deze stap is natuurlijk een flinke omslag. Onze ouders hebben ons altijd gesteund, maar er waren ook minder fijne reacties. Er waren boeren die er een bedreiging in zagen en dachten dat we een nieuwe markt aan het creëren waren en daarmee hun zuivelproducten kapot wilden maken. Nu beseffen ze dat die markt er is en dat ze liever zien dat de producten van Nederlandse bodem komen dan uit het buitenland.”
Wanneer mag je het eten?
“De meest gestelde vraag die ik krijg is, ‘wanneer mag ik het proeven’?” Dat enthousiasme wil natuurlijk iedere voedingsmiddelenproducent, maar het is de realiteit van Mosa Meat. Dat kweekvleesbedrijf merkt dat hordes mensen wel een hapje zouden willen proberen. Ook in de congreszaal in Kamerik wil het overgrootste gedeelte wel het kweekrundvlees van het bedrijf proberen. Tim van de Rijdt, CMO bij Mosa Meat, ziet dat als marketeer graag: “Ik zie dat als koopsignalen!”
Mosa Meat, en andere producenten, hebben niet de intentie om iemand van de markt te stoten
Hoe ziet Van de Rijdt de positie van kweekvlees ten opzichte van boeren? In Italië en Frankrijk wordt de komst van gecultiveerd vlees, zoals Van de Rijdt kweekvlees liever noemt, met grote weerstand ontvangen. “De argumenten vanuit die hoek komen volgens mij voort uit de liefde voor vlees en die delen wij. Mosa Meat, en andere producenten, hebben niet de intentie om iemand van de markt te stoten. Wij geloven dat het allemaal naast elkaar kan bestaan.” Hij ziet dan ook vooral (nabije) toekomst voor hybride producten: plantaardige vleesvervangers met kweekvlees-toevoegingen om de ervaring en smaak te verbeteren.
Ook Dennis Favier van Studio Fava ziet toekomst in hybride producten en samenwerkingen. “Heel veel producten in de supermarkt zijn op dit moment hetzelfde. Hier en daar een andere vorm of ander smaakje, maar bijna allemaal dezelfde grondstoffen.” Hij ziet ruimte voor innovatie in nieuwe technologieën en ingrediënten. “Mycoproteïne en bijvoorbeeld vet gemaakt met kweekvleestechnieken. Of groenten en het toevoegen van eiwitten uit precisiefermentatie. Die nieuwe technieken kunnen allemaal bijdragen aan nieuwe kansen voor ondernemers.”
Eiwittransitie moet gaan over gezondheid
Dat er steeds meer plantaardige producten op de markt komen, is volgens voedingswetenschapper Jaap Seidell een goede ontwikkeling: “Nederlanders eten veel te weinig plantaardig en dat zorgt voor allerlei welvaartsziektes als obesitas.” Maar echt tevreden is hij niet met de richting waarop de plantaardige vlees- en zuivelvervangers zich bewegen. “Het is eigenlijk plantaardig junk food. In sommige gevallen is het zelfs zo dat dierlijke varianten gezonder zijn dan de plantaardige.”
Seidell hoopt dat voedingsfabrikanten meer holistisch gaan kijken naar hun voedingsmiddelen en de gezondheid daarvan. “Nu wordt er een goed aspect uitgehaald en groot op de verpakking gedrukt: ‘rijk aan vezels’, ‘eiwitrijk’ of ‘laag in zout’, maar zijn andere aspecten juist helemaal niet gezond. Met de huidige beweging moeten we ons afvragen of vleesvervangers de eiwittransitie helpen of ons alleen tot de helft brengt.”